Wat is een overbruggingsrecht?
Na stopzetting van elke zelfstandige activiteit kan er onder bepaalde voorwaarden aanspraak gemaakt worden op een overbruggingsrecht (voorafgaand aan 2016 was het overbruggingsrecht gekend onder uiteenlopende namen zoals faillissementsuitkering, faillissementsverzekering, stopzettingsverzekering of stopzettingsuitkering).
Sinds 1 juli 1997 kan een gefailleerde zelfstandige een uitkering aanvragen bij zijn of haar sociaal verzekeringsfonds. Hetzelfde geldt als de activiteit werd stopgezet binnen 3 jaar na een collectieve schuldenregeling.
Sinds 1 oktober 2012 kan ook een uitkering aangevraagd worden als de activiteit noodgedwongen werd stopgezet door een natuurramp, brand, vernieling door een derde of een allergie.
Vanaf 1 januari 2017 werd deze verzekering verder uitgebreid. Voortaan kunnen ook zelfstandigen, die hun activiteit moeten stopzetten wegens economische moeilijkheden deze verzekering aanvragen.
De zelfstandige ontvangt na de stopzetting een maandelijkse uitkering en ook de sociale bescherming loopt door (behalve de pensioenrechten).
Volgende personen hebben derhalve recht op dergelijke uitkering:
- Gefailleerde zelfstandigen;
- Zaakvoerders, beheerders en werkende vennoten van een vennootschap in faling;
- Zelfstandigen met een collectieve schuldenregeling die werd bevestigd door de rechtbank;
- Zelfstandigen die gedwongen werden hun activiteiten stop te zetten omwille van een allergie, brand, vernieling door een derde of een natuurramp.
Om van die rechten te kunnen genieten, moet er aan de volgende algemene voorwaarden voldaan worden:
- Verzekeringsplichtig geweest zijn als zelfstandige in hoofdberoep in het kwartaal van de stopzetting en in de drie kwartalen voordien;
- Vanaf 1 januari 2017 moeten de bijdragen van minstens vier kwartalen effectief betaald zijn, tijdens een referteperiode van 16 kwartalen voorafgaand aan het kwartaal volgend op dat van de stopzetting;
- Geen beroepsactiviteit meer uitoefenen;
- Geen vervangings-of beroepsinkomsten verkrijgen;
- Zijn/haar hoofdverblijfplaats in België hebben;
- Niet strafrechtelijk veroordeeld zijn voor frauduleus faillissement.
Het gaat over een tijdelijke bescherming: de zelfstandige kan gedurende maximaal 12 maanden aanspraak maken op deze rechten. Hij kan deze 12 maanden opnemen in verschillende schijven tijdens zijn loopbaan.
Het bedrag van de uitkering hangt af van het feit of er al dan niet personen ten laste zijn:
- zonder persoon ten laste: 1 220,86 euro
- met minstens 1 persoon ten laste: 1 525,60 euro
Hoe een overbrugginsuitkering aanvragen?
Eens het vonnis van faillissement is uitgesproken dient de uitkering te worden aangevraagd bij het sociaal verzekeringsfonds, vóór het einde van het tweede kwartaal volgend op het kwartaal van de uitspraak. Geldt er een collectieve schuldenregeling, dan dient de aanvraag ingediend te worden vóór het einde van het tweede kwartaal volgend op het kwartaal van de stopzetting van de activiteit. Indien deze termijnen niet wordt gerespecteerd, dan kan het recht op een uitkering vervallen.
De aanvraag kan persoonlijk worden ingediend op het kantoor van het sociaal verzekeringsfonds, of per aangetekende brief verstuurd worden.