Zoals in een vorige post reeds aangehaald werd heeft de invoering van het boek XX Wetboek economisch recht de aansprakelijkheid van een bestuurder aanzienlijk gewijzigd.
Deze wijzigingen zijn evenwel een wettelijke bevestiging van hetgeen reeds eerder door de rechtspraak was bevestigd. Samengevat: een bestuurder dient zorgvuldig te handelen en hierbij rekening te houden met de belangen van alle partijen, dus ook de schuldeisers.
Het aangekondigde nieuwe wetboek vennootschappen maakt in het aan het parlement meegedeelde ontwerp melding van een limiet -een cap- van de aansprakelijkheid indien er geen sprake is van een insolventieprocedure.
Maar onze Minister Geens blijft ons verrassen. Het ontwerp van het nieuwe burgerlijk wetboek dat momenteel als voorontwerp circuleert voorziet een radicale omkeer van de Cassatierechtspraak die sedert 1973 de verhouding tussen de schuldeisers, schuldenaar en de op last van de schuldenaar aangestelde derde (de onderaannemer). Deze theorie de immuniteit van de handelsagent voorzag dat deze onderaannemer niet door de rechtstreeks door schuldeiser kon worden aangesproken indien deze een fout zou hebben begaan.
Indien deze wijziging wet zou worden, impliceert dit een spectaculaire uitbreiding van de aansprakelijkheid van bestuurders, maar ook van onderaannemers en zelfstandigen die op deze wijze door derden rechtstreeks kunnen aangesproken worden voor schade die door hun fout of nalatigheid zouden kunnen worden veroorzaakt.
Waar een bestuurder zich -mogelijks- nog kan beroepen op de vooropgestelde cap van zijn aansprakelijkheid, dreigt dergelijke wijziging ook de aansprakelijkheid van de dienstverleners van de vennootschap zoals accountants, boekhouders en fiscalisten op zeer aanzienlijke wijze te verscherpen.
Voor vragen hoe hiermee het beste om te gaan staat ons team steeds ter beschikking.