Antigoon - leer
De algemene regel is dat hij die iets beweert, dit ook dient te bewijzen. De eisende partij kan in principe doch niet met eender welk bewijsstuk op de proppen komen zoals bv. het aanwenden van verborgen gemaakte video-opnames.
Met de Antigoon-leer kwam hier verandering in. In een cassatiearrest van 2003 heeft het Hof beslist dat het de rechter toegelaten is om onrechtmatig verkregen bewijs in bepaalde gevallen toch in aanmerking te nemen als bewijs in strafzaken.
Eerste toepassing in burgerlijke zaken
In burgerlijke zaken werd deze leer niet toegepast tot hier met het cassatie arrest van 2008 verandering in kwam. Dit arrest bevond zich in het domein van het sociaal recht en ging meer specifiek over de terugvordering van werkloosheidsuitkeringen door de RVA. In deze zaak kwam er echter ook een strafrechtelijk luik aan te pas gezien het de politie was die de RVA inlichtingen had gegeven omtrent de persoon in kwestie die uitkeringen ontving, daar hij wel was tewerkgesteld.
Dit arrest zorgde nogal voor wat controverse en werd zowel in rechtspraak als in rechtsleer verschillend geïnterpreteerd.
Arrest Hof van Cassatie
Het Hof schepte duidelijkheid met haar recent arrest van 14 juni 2021.
De feiten die aan het arrest ten grondslag liggen zijn als volgt:
De discussie ging over de koopprijs van een BMW. Op basis van de bestelbon bedroeg de koopprijs 43.500,00€. Volgens de verkoper was dit een materiële vergissing en zou de prijs 53.500,00€ bedragen. De verkoper voerde als bewijs een opname van een telefoongesprek voor. Dit gesprek werd door het hof van beroep geweerd als bewijsmiddel omdat ze volgens het hof in het geheim was verkregen. Bovendien stelde het hof dat de verkoper ook bepaalde verklaringen van de koper zou hebben uitgelokt.
De verkoper tekende cassatieberoep aan met als argument dat het hof van beroep had verzuimd om te checken of de geluidsopname betrouwbaar bewijs was en of ze het recht op een eerlijk proces in gevaar had gebracht.
Het Hof van Cassatie trad de verkoper bij in zijn redenering en bevestigde daarmee dat onrechtmatig verkregen bewijs ook in burgerlijke zaken in principe is toegelaten.
Het mag enkel uit de debatten worden geweerd in volgende gevallen:
- Als de betrouwbaarheid van het bewijs is aangetast
Of
- Als het recht op een eerlijk proces in gevaar wordt gebracht
Het is aan de rechter om bij zijn beoordeling van de al dan niet wering van het onrechtmatig verkregen bewijs rekening te houden met alle omstandigheden zoals de manier waarop het bewijs werd verkregen, de ernst van de onrechtmatigheid, de bewijsnood van de partij die de onrechtmatigheid beging, …