De wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van bedrijfsgeheimen bepaalt de burgerrechtelijke maatregelen die gevorderd kunnen worden tegen het onrechtmatig verkrijgen – gebruiken of openbaar maken van bedrijfsgeheimen.
De maatregelen opgesomd in de wet kunnen enkel gevorderd worden door de rechtmatige houder van het bedrijfsgeheim. Om te kunnen spreken van een bedrijfsgeheim dient cumulatief aan volgende voorwaarden voldaan te zijn:
- de informatie moet geheim zijn[1]
- de informatie bezit handelswaarde
- de houder heeft redelijke maatregelen genomen om de informatie geheim te houden
Als rechtmatige houder kan u in rechte optreden indien er ofwel sprake is van i) onrechtmatige verkrijging, ii) onrechtmatige openbaarmaking of iii) onrechtmatig gebruik van het bedrijfsgeheim. Een onrechtmatige handeling bestaat wanneer diegene die toegang tot het bedrijfsgeheim bekomt, zelf onbevoegd was, werd geholpen door een onbevoegde of wanneer de toegang werd bekomen door enige andere gedraging strijdig met de eerlijke handelspraktijken.
Het slachtoffer heeft 3 procedures ter zijner beschikking: vordering ten gronde, vordering zoals in kortgeding en kortgeding.
De rechter die ten gronde oordeelt kan mits vaststelling van de onrechtmatige handeling en na onderzoek van de evenredigheid tussen deze handeling en de gevorderde maatregelen, volgende maatregelen opleggen:
- maatregelen in verband met staking/verbod/vernietiging/overhandiging van onrechtmatige handeling of inbreukmakende goederen
- schadevergoeding
- de publiciteit van de rechterlijke uitspraak
Ook de Voorzitter gevat zoals in kort geding kan bovenstaande maatregelen opleggen, met uitzondering van de schadevergoeding. Bijkomende voorwaarde is dat de opgelegde maatregelen moeten bijdragen aan de stopzetting van de onrechtmatige handeling.
De Rechter in kortgeding ten slotte kan beslagmaatregelen treffen en tijdelijke maatregelen van staking of verbod opleggen. Let wel, de eisende partij moet binnen een redelijke termijn een procedure ten gronde starten, zo niet kunnen de maatregelen opgelegd door de kortgedingrechter worden herroepen of heeft hun gevolg geen uitwerking meer.
Bijkomend heeft de wetgever een beschermingsmechanisme uitgewerkt dat gebruikt kan worden in alle procedures. Wanneer een bedrijfsgeheim gebruikt wordt of dreigt openbaar gemaakt te worden, kan een partij een met redenen omkleed verzoek neerleggen waarin wordt gevorderd de informatie als bedrijfsgeheim te erkennen en de nodige beschermingsmaatregelen op te leggen.
De rechter kan vervolgens deze bescherming toekennen waarbij een verbod wordt opgelegd tot het stellen van welomschreven handelingen of waarbij de toegang tot de bedrijfsinformatie beperkt wordt. Deze maatregelen kunnen al dan niet gekoppeld worden aan een dwangsom. Er kan zelfs een boete worden opgelegd indien er toch een inbreuk wordt gemaakt.
Naast al deze beschermingsmaatregelen, kan u uiteraard de bescherming van uw bedrijfsgeheimen contractueel vastleggen en kan u zich zelfs - in het geval een (ex-)werknemer kwaadwillig en bedrieglijk fabrieksgeheimen openbaar maakt - wenden tot de strafrechtelijke instanties op basis van art. 309 Sw.
[1] De informatie mag in de juist samenstelling en ordening van haar bestanddelen niet algemeen bekend zijn of gemakkelijk toegankelijk zijn voor personen binnen dezelfde beroepskring als waar de desbetreffende informatie thuis hoort