Op grond van de handelshuurwetgeving worden huurachterstallen beschouwd als ernstige contractuele wanprestaties vanwege de huurder, dewelke aanleiding kan geven tot de ontbinding van de overeenkomst.
Dit absoluut recht dient echter te worden genuanceerd in het licht van een recent arrest van het Hof van Cassatie van 4 maart 2021.
Feitenrelaas
Voor de duidelijkheid geven wij hierna de feiten weer die aan de basis van het arrest liggen.
Partijen waren een handelshuurovereenkomst aangegaan voor een duur van 18 jaar. Aangezien de huurder een aantal renovatiewerken had uitgevoerd, werden een aantal maanden huur in mindering gebracht. De huurder betaalde zijn huur gedurende 11 jaar stipt en correct. Tot er een voetgangerszone gecreëerd rond het gebouw. Dit zorgde ervoor dat de huurder in betalingsmoeilijkheden kwam.
De huurder laat het echter niet aanslepen en zocht oplossingen. De huurder stelt aan de verhuurder voor dat de huur wordt overgedragen aan een vennootschap, dewelke verbonden is met de huurder.
De verhuurder stemde niet in met de overdracht omwille van het feit dat de vennootschap niet voldoende kapitaalkrachtig zou zijn.
Vervolgens volgt er een procedure voor de vrederechter waarbij de verhuurder de huurachterstallen vordert.
De huurder wordt bij verstekvonnis veroordeeld tot betaling van de huurachterstallen. Intussen tijd dringt er zich een nieuwe kandidaat aan, met name een grote supermarktketen, die het pand wil onderhuren. Wanneer dit ter ore komt van de verhuurder, beslist deze plots zijn eis uit te breiden en de ontbinding te vorderen t.o.v. de huurder voor de laattijdige betaling.
Desondanks het feit dat quasi de volledige huurachterstal is afgelost door de huurder, bleef de verhuurder aandringen op de ontbinding van de huurovereenkomst. De huurder beroept zich op de kwader trouw en op het feit dat de verhuurder misbruik maakt van het hangend geding.
Uitspraak eerste aanleg en hoger beroep
De huurder wordt zowel in eerste aanleg als in hoger beroep niet gevolgd in zijn argumentatie dat dit rechtsmisbruik uitmaakt. De ontbinding wordt uitgesproken gebaseerd op de huurachterstallen.
Slow down
Met haar arrest van 4 maart heeft het Hof van Cassatie de beroepsrechter evenwel op zijn plaats gezet. Het Hof heeft geoordeeld dat er niet zomaar kan besloten worden tot de afwezigheid van rechtsmisbruik zonder daarbij het evenwicht voor ogen te houden tussen de geleden schade die de huurder ondervindt en het voordeel dat ontstaat voor de verhuurder.
Moraal van het verhaal: hoe zwaarwichtig de wanprestatie ook moge zijn, er zijn grenzen aan de uitoefening van de rechten.