De aansprakelijkheid van de algemeen en voorzichtige bestuurder
Op 1 mei 2018 trad de nieuwe insolventiewetgeving in werking. Deze vernieuwde codificatie zorgt niet alleen bij insolventieprocedures voor een omwenteling, doch heeft eveneens een niet onbelangrijke impact op de aansprakelijkheid van de bestuurders, zaakvoerders.
Het aangekondigde nieuwe wetboek vennootschappen zal de Belgische wetgeving aligneren met de Europese rechtspraak die een vrije keuze van de op vennootschappen toepasselijk wetgeving promoot. Hierdoor zou een Belgische vennootschap perfect kunnen opteren om onder het Frans, Spaans, of enig andere wetgeving van een van de Europese Lidstaten te ressorteren.
De keuze zou uiteraard ook gevolgen hebben voor de aansprakelijkheidsgronden van de aandeelhouders en bestuurders, zaakvoerders die tot voor 1 mei geregeld werden in het Belgische Wetboek van Vennootschappen.
Door het aansprakelijkheidsgronden echter onder te brengen in de insolventiewetgeving zal de aansprakelijkheid niet meer worden beoordeeld op grond van de toepasselijke wetgeving conform het vennootschapsrecht, doch gelinkt worden aan de plaats waar de insolvente schuldenaar het centrum van zijn voornaamste belangen heeft.
De vóór 1 mei 2018 van toepassing zijnde aansprakelijkheidsgronden worden grotendeels vervangen door het principe van een algemeen en zorgvuldig bestuurder. Indien een bestuurder, zaakvoerder zijn taken niet naar behoren zou uitvoeren zal hij door de curator persoonlijk kunnen aangesproken worden. Een toetsing die door de rechtbank gebeurt, waardoor risicovolle beslissingen zeker op afdoende wijze moeten worden gedocumenteerd. De kans dat een bestuurder persoonlijk aansprakelijk wordt gesteld voor een handeling van de vennootschap vergroot dus enorm. De curatoren worden bovendien aangemoedigd door de wetgever om een procedure in aansprakelijkheid op te starten.
Afschaffing van het minimum kapitaal
De nieuwe vennootschapswetgeving voorziet verder in een afschaffing van het minimaal maatschappelijk kapitaal (met uitzondering voor de nv), maar lijkt zeer sterk in te zetten op de aansprakelijkheid wegens een kennelijk ontoereikend aanvangsvermogen.
Deze verwachte wijziging wordt in alle geval aangevuld met de uitgebreidere aansprakelijkheid van het bestuur. Immers, indien een bestuurder wist, of behoorde te weten, dat er kennelijk geen redelijk vooruitzicht was om de onderneming of haar activiteiten te behouden komt zijn persoonlijke aansprakelijkheid in het gedrang. Bij een kennelijk ontoereikend kapitaal heeft het bestuur er dan ook alle belang bij dit tijdig en formeel te signaleren.
Dit zal leiden tot een wederzijdse controle van en door het bestuur en de aandeelhouders en beide partijen tot de nodige voorzichtigheid aanzetten.